Economische, sociale en fysische factoren.

Bij economische factoren kun je denken aan inkomen en werkgelegenheid. Neem bijvoorbeeld Nederland. Nederland is een land met veel welvaart. De welvaart in Nederland is veel beter dan de welvaart in bijvoorbeeld Turkije.  Hieronder kun je zien wat het Bruto Nationaal Product is per persoon. Je kan zien dat in AziĆ« en Afrika de mensen minder geld krijgen. Terwijl in Amerika, Canada, AustraliĆ« en Nieuw Zeeland juist heel veel verdiend wordt. Nederland is de Rode lijn.



Bij sociale factoren kan je denken aan vrienden/familie, het onderwijs of de gezondheidszorg in een bepaald gebied. Je kan naar een land komen omdat daar veel vrienden of familie woont. Of misschien vindt je het onderwijs in dat land wel beter.


Bij fysische factoren kan je denken aan het klimaat of aan het landschap. Als je in een warm land wilt wonen, dan ga je in een land rond de evenaar wonen. Wil je in plat land onder de zeespiegel wonen, dan kan je bijvoorbeeld in Nederland gaan wonen. Hierbij wordt meestal ook gekeken naar de economische toetstand van een land.

In de grafiek hier onder kan je zien dat het roze gebied een tropisch klimaat heeft, het felle gele is een woestijnklimaat, het licht groene heeft het Middellandse zeeklimaat, het donkergroene heeft een zeeklimaat, het iets donkerdergeel (okergeel) is landklimaat en het blauwe is poolklimaat.